Ondernemers blog
Image default
Internet marketing

Een stap-voor-stap gids voor het instellen van Google Tag Manager

Google Tag Manager (GTM) is een krachtige tool die je helpt om eenvoudig tags op je website te beheren zonder dat je direct in de code van je website hoeft te duiken. Met GTM kun je tags zoals Google Analytics, conversiepixels en andere trackingcodes eenvoudig toevoegen, bijwerken en verwijderen. In deze gids leer je stap voor stap hoe je Google Tag Manager kunt instellen en gebruiken.

Wat heb je nodig om te starten?

Voordat je begint met het instellen van Google Tag Manager, heb je een paar dingen nodig:

Een Google-account

Als je nog geen Google-account hebt, moet je er een aanmaken. Dit is nodig om toegang te krijgen tot Google Tag Manager.

Toegang tot je website

Zorg ervoor dat je toegang hebt tot de code van je website of gebruik een contentmanagementsysteem (CMS) zoals WordPress dat het installeren van GTM vergemakkelijkt.

Basiskennis van tags

Hoewel je geen programmeerkennis nodig hebt om GTM te gebruiken, is het nuttig om een basisbegrip te hebben van wat tags zijn en hoe ze functioneren.

Stap 1: aanmelden bij Google Tag Manager

Ga naar de Google Tag Manager-website en meld je aan met je Google-account. Als dit de eerste keer is dat je GTM gebruikt, moet je akkoord gaan met de servicevoorwaarden.

Stap 2: een account en container aanmaken

Na het aanmelden zie je een scherm waar je een nieuw account kunt aanmaken:

  • Accountnaam: geef je account een naam, bijvoorbeeld de naam van je bedrijf of website.

  • Land: selecteer het land waar je gevestigd bent.

  • Containernaam: geef je container een naam. Dit is meestal de naam van je website.

  • Platform kiezen: selecteer het platform waarvoor je de container wilt maken, zoals “Web” voor een website. Klik op “Maken” om verder te gaan.

Stap 3: de containercode toevoegen aan je website

Na het aanmaken van de container ontvang je een script dat je moet toevoegen aan de code van je website. Dit zijn twee delen: één voor de <head>-sectie en één voor de <body>-sectie. Hier is hoe je dat doet:

  • Kopieer de code: je krijgt een stukje code te zien dat je moet kopiëren.

  • Voeg de code toe aan je website:

  1. Ga naar de HTML-code van je website. Dit kan variëren afhankelijk van het CMS dat je gebruikt.

  2. Plak het eerste deel van de code in de <head>-sectie van je website.

  3. Plak het tweede deel direct na de opening van de <body>-tag.

  • Opslaan en publiceren: sla je wijzigingen op en publiceer je website. Je kunt nu terugkeren naar Google Tag Manager om te bevestigen dat de container goed is geïnstalleerd.

Stap 4: Google Tag Manager verkennen

Nu je de container hebt ingesteld, is het tijd om de interface van Google Tag Manager te verkennen. De belangrijkste onderdelen zijn:

  • Tags: hier kun je nieuwe tags maken en bestaande tags beheren.

  • Triggers: dit zijn de voorwaarden waaronder je tags worden geactiveerd.

  • Variabelen: dit zijn dynamische waarden die je in je tags en triggers kunt gebruiken.

Stap 5: een eenvoudige tag maken

Nu gaan we een eenvoudige tag aanmaken, bijvoorbeeld voor Google Analytics:

  • Klik op “Tags” in de linkerkolom en vervolgens op de knop “Nieuwe tag”.

  • Tagconfiguratie: Kies “Google Analytics: Universal Analytics” als je type tag.

  • Configureren van de tag:

  1. Selecteer “Paginaweergave” als het type tracken.

  2. Kies of je een nieuwe Google Analytics-instellingenvariabele wilt maken of een bestaande wilt gebruiken. Als je een nieuwe variabele maakt, voer dan je Google Analytics-tracking-ID in.

  • Trigger instellen: klik op “Trigger toevoegen” en kies “All Pages”. Dit betekent dat de tag wordt geactiveerd op alle pagina’s van je website.

  • Opslaan: geef je tag een naam, bijvoorbeeld “Google Analytics – Paginaweergave”, en klik op “Opslaan”.

Stap 6: voorbeeldmodus gebruiken

Voordat je wijzigingen live publiceert, is het verstandig om de voorbeeldmodus te gebruiken om te testen of je tags goed functioneren.

  • Klik op de knop “Voorbeeld” in de rechterbovenhoek van het scherm. Dit opent een nieuwe tab waarin je je website kunt bekijken met GTM in de voorbeeldmodus.

  • Bezoek je website en controleer of de tag correct wordt geactiveerd. Je kunt zien welke tags zijn geactiveerd in de GTM-interface.

Stap 7: Wijzigingen publiceren

Als alles goed werkt in de voorbeeldmodus, is het tijd om je wijzigingen te publiceren:

  • Klik op de knop “Verzenden” in de rechterbovenhoek van de GTM-interface.

  • Voer een versiebeschrijving in, bijvoorbeeld “Eerste publicatie van Google Analytics-tag”.

  • Klik op “Publiceren” om de wijzigingen live te zetten.

Stap 8: Google Tag Manager optimaliseren

Na het instellen van je eerste tag is het belangrijk om regelmatig je GTM-configuratie te optimaliseren. Overweeg de volgende tips:

  • Voeg meer tags toe: je kunt meer tags toevoegen voor andere tools zoals Facebook Pixel, conversietracking of aangepaste scripts.

  • Gebruik triggers en variabelen: experimenteer met verschillende triggers en variabelen om je tracking te verfijnen.

  • Blijf op de hoogte van updates: Google Tag Manager evolueert voortdurend. Houd de documentatie en nieuwe functies in de gaten om het meeste uit de tool te halen.

 

https://www.iq-leads.nl/